Werkwoordspelling Spelling Algemeen Grammatica Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid Argumenteren Formuleren Literatuur

Suggesties, opmerkingen of vragen?

Stuur een berichtje naar

dekrosse@hotmail.com

ONLINENEDERLANDS  De volledige online lesmethode voor op het digibord

Iedereen mag alles van deze website gebruiken voor educatieve doeleinden. Copyright op de website en de volledige inhoud ligt bij de maker ervan: M. de Krosse

Op de hoogte blijven van

aanpassingen en aanvullingen?

Volg Online Nederlands op Facebook

1. Ik had in mijn leven nog nooit zo hard (niezen).

2. Mijn oma (hoesten, vt) de longen uit haar lijf toen ze zich in haar koffie verslikte.

3. De misselijke jongen (spugen, vt) al zijn eten weer uit.

4. Wat ik toen zag, zal ik niet licht (vergeten).

5. Hij (belasten, vt) mij met een beeld waar ik nog geregeld ‘s nachts over droom.

6. Vannacht heb ik over mijn buurmeisje (dromen).

7. Het volk (samendrommen) toen de koning het goede nieuws vertelde.

8. Hij (laven, vt) zich aan alle aandacht.

9. Hij begon er zelfs een beetje van te (blozen).

10. Gewoonlijk (blozen, tt) hij nooit.

Naar de antwoorden Naar de oefening Werkwoordspelling > alle werkwoorden > oefening 24