Werkwoordspelling Spelling Algemeen Grammatica Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid Argumenteren Formuleren Literatuur

Suggesties, opmerkingen of vragen?

Stuur een berichtje naar

dekrosse@hotmail.com

ONLINENEDERLANDS  De volledige online lesmethode voor op het digibord

Iedereen mag alles van deze website gebruiken voor educatieve doeleinden. Copyright op de website en de volledige inhoud ligt bij de maker ervan: M. de Krosse

Op de hoogte blijven van

aanpassingen en aanvullingen?

Volg Online Nederlands op Facebook

1. Hij heeft zijn huiswerk (afronden).

2. En hij wil er niet meer aan (herinneren) worden.

3. In werkelijkheid had hij er nooit in (geloven).

4. Hij is een stuk vrolijker sinds hij is (verhuizen).

5. Hij heeft zijn oude buren nog geen moment (missen).

6. Maar goed, dat had hij natuurlijk ook niet (verwachten).

7. Hij heeft namelijk altijd al een enorme hekel aan ze (hebben).

8. Daarom heeft hij dat andere huis (verkopen).

9. Hij vond dat hij lang genoeg naast die vervelende mensen had (leven).

10. Hij heeft ze nog wel een kaart (sturen).

Naar de antwoorden Naar de oefening Werkwoordspelling > voltooid deelwoord > oefening 9